dinsdag 29 juli 2008

Andalucía

De trouwe lezers onder jullie zijn tijdens mijn Spaans verblijf waarschijnlijk dagelijks naar een update van mijn blog komen lonken. Tevergeefs werden zij niet op hun wenken bediend, maar nu ik terug een beetje geacclimatiseerd ben aan de Belgische normen, hoewel, volgt hier een beknopt verslag van mijn trektocht door het zuiden van Spanje.

Dag 1: Na een vlucht zonder al te veel problemen landde ons toestel veilig en wel op de luchthaven van Málaga. Onder een drukkende warmte was het even aanschuiven alvorens we gepakt en gezakt plaats konden nemen in onze lokale hummer. Een zwarte Opel Corsa zou het vervoermiddel worden voor de komende week. De vierwieler zou ons zonder al te veel kleerscheuren door het bergachtige Spaanse lanschap moeten voeren en ons uiteraard op de voorziene stops tijdens deze tocht moeten brengen. De eerste stop was hotel El Horcajo, nabij het pittoreske stadje Ronda, waar de beeldschone Estelle ons opwachtte, en ons de sleutel gaf van dormitorio 7; een klein vertrek gelegen in een natuurgebied dat omgeven was door vogelgezang, citroen- en olijfbomen. Het avondmaal was iets wat verdacht veel leek op stoofvlees met frieten. Het plaatje was perfect. Dit voelde aan als thuiskomen.

Dag 2: De nacht duurde korter dan verwacht, maar het was heerlijk wakker worden onder het gekraai van een haan die dienst deed als orkestleider van een meute kakelende kippen. De citroenboom net voor de deur, net als de geuren van het ontbijt, lachten ons tegemoet. De eerste volledige dag van ons verblijf bracht ons in tal van kleine dorpjes, zoals je ze alleen in de mooiste reisgidsen vindt. De smalle baantjes, met zicht op de kalksteengebergtes, leidden ons tot in Grazalema. De route en het zicht op het landschap maakten je muisstil en het hartelijke ontvangst in dit bergstadje gaven een goed gevoel. De volgende stop was Ubrique, opnieuw een klein sneeuwwit stadje, maar het hart van de lederindustrie in Spanje. In een blakend zonnetje stopten we halverwege de middag in Ronda, zowat op 20km van ons verblijf. Als een ware toreador begaf ik mij op het zand van de stierenarena. Nadien bleven we stilstaan bij de Puente Nuevo, de spectaculaire brug die een meer dan 100 meter diepe kloof overspant en de verbinding vormt tussen het oude en nieuwe stadsgedeelte. De brug zorgt trouwens ook voor een adembenemend zicht over de regio.

Dag 3: Op dag 3 werd het reisschema iets omgegooid. Het bezoek aan Sevilla moest plaats maken voor een rit langs de Spaanse kustlijn. Een eerste stop was er in Gibraltar, één van de laatste Britse kolonies. Net alsof je je in Groot-Brittanië vertoeft, maar hier kan je van op de rots een glimp opvangen van het Afrikaanse continent. Altijd wel even oppassen voor de Barbarijse apen die niet er niet voor terugdeinzen om met je tas, fototoestel of ijsje er vandoor te gaan. De volgende halte was in de badplaats Tarifa. Dit is het meest zuidelijkste punt van Spanje en geeft je de mogelijkheid om binnen de 35 minuten met een cruiseschip het Afrikaanse vasteland te bereiken. Onderweg naar deze badplaats werd ons voertuig nog geraakt door een projectiel in de vorm van een steen die één van de voorbijrijdende vrachtwagens niet kon bijhouden. Even na zessen zetten we voet aan wal in Cádiz, een historisch belangrijke haven, dat een welvarende indruk naliet door de vele barokke gebouwen en kerken. Heerlijk slenteren door de smalle geplaveide straatjes met de zon op je snoet en de rust van het water tijdens een promenade langs de zee. Een parkeerplaats vinden, was daarentegen een helsere opdracht.

Dag 4: Opnieuw een mijlpaal in de reisroute bij onze aankomst in Sevilla. De late, maar vooral woelige bergrit, hadden de tapa's uit Cádiz moeilijk verteerbaar gemaakt. De sporen hiervan waren nog steeds zichtbaar wanneer we in temperaturen van meer dan 40 graden begroet werden door een straatbeeld, wemelend van de appelsienbomen. De stad aan de Guadalquivir, met haar Moorse en theatrale impressie, was de zoveelste plek in Andaloesië dat indruk op me gelaten had. Plekken die je in Sevilla zeker moet bezoeken zijn de Kathedraal van Sevilla, de grootste gothische kerk ter wereld en symbool van de christelijke herovering op het islamitische Spanje uit de 15de eeuw. In deze kathedraal liggen tevens de stoffelijke resten van Cristoffel Columbus. Laat vooral bij het buitengaan van de kathedraal je toekomst niet voorspellen aan de hand van een palmtak. Deze takjes worden je aangeboden, zeggen meestal in alle gevallen dat je 2 kinderen ter wereld zult brengen, maar de vrouwen die ze aanbieden verwachten een financiële tegemoetkoming. Een bezoek aan La Giralda, de minaret van de oorspronkelijke moskee, mag zeker niet ontbreken. Vanop de klokkentoren heb je een imposant zicht over de stad. Ook het Reales Alcázares loont de moeite. Dit paleis uit de 8ste eeuw vormdde de residentie voor tal van christelijke- en moorse heersers en is opgetrokken in die typische mudéjar-stijl. Dit pareltje, met de vele patio's en prachtige tuinen, is de perfecte schuilplaats om even te ontsnappen aan het drukke Sevillaanse straatleven. Sevilla loont echt de moeite en is een citytrip op zich waard. Het contrast tussen de moorse stijl, en dus ook de historische waarde, en de moderne gedeeltes van de stad zijn een bezoek waard.

Dag 5: Eindelijk tijd om even op adem te komen. De kilometers hadden zichzelf al aardig opgeteld en het was dus even tijd om uit te rusten en te dobberen in het zwembad van ons verblijf. Lang nagenieten kon ik niet daar we voor het wisselmoment van onze trip stonden. We namen afscheid van ons verblijf in de wilde natuur en trokken richting Granada. De aankomst in hotel Las Nieves, een klein hotelletje pal in het centrum, stond natuurlijk in schril contrast met de rust, de krekels en natuur van onze vorige verblijfplaats. Gelukkig vergde het uitpakritueel niet al te veel tijd en doorwandelden we aan gezapig tempo de moorse wijk Albaicín. Steile hellingen lieten ons kronkelen tussen de witgekalkte huisjes omgeven door geraniums en palmbomen. Het gaf ons de mogelijkheid om voor het eerst een glimp op te vangen van Granada's meesterwerk El Alhambra met de Sierra Nevada op de achtergrond. De afdaling was niet te onderschatten in de ruwgeplaveide straatjes. Om even op adem te komen dronken we in deze moorse wijk een thee in één van de vele Arabische theehuizen die de regio te bieden heeft. Velen zouden ons voor gek verklaren om met temperaturen van om en bij de 40 graden een warme drank te nuttigen.

Dag 6: Opnieuw een hoogtepunt van de reis dwars door het zuidelijke gedeelte van Spanje. Always safe the best for last, luidt het spreekwoord. Met een bezoek aan Córdoba stond meteen de verste verplaatsing op het schema. Gezien het vakantiegevoel, het anti-vroeg-opstaan-gevoel bereikten we deze oorspronkelijke stad net iets te laat. Córdoba is de warmste stad van Europa en dat zullen we gevoeld hebben. Wederom een uitputtingslag om ons over de mooie pleintjes, marktjes, binnenplaatsen bij helse temperaturen te begeven naar de Mezquita. Vrij vertaald, de "Grote Moskee", was het zoveelste voorbeeld van de Arabische invloed in Andaloesië en was meer dan de moeite waard om er meer dan 200 km voor te rijden. Welke indruk dit gebouw naliet, kan je beter zelf bekijken op de foto's. Verder is het misschien nog interessant te weten dat Córdoba de culturele hoofdstad van Europa wordt in 2016 en dat de stad levensgevaarlijk is om in rond te rijden. Iedereen parkeert zich midden op straat dubbel waar hij/zij daar een mogelijkheid ziet.

Dag 7: De laatste dag van ons verblijf werd volledig gewijd aan Granada. De Andaloesische stad was destijds het centrum van het islamitische Spanje. De moorse invloed en overblijfselenvzijn dan ook niet te overzien, maar wie denkt in een verouderde stad te belanden, komt bedrogen uit. Deze stad ademt heel wat historische meerwaarde uit, maar achter de vele kerken en musea schuilt een bruisende stad met tal van trendy winkels, gallerijen en een stomend nachtleven. In het centrum van het moderne Granada bevinden zich de 2 belangrijkste post-moorse gebouwen: la Capilla Real, de laatste rustplaats van Los Reyes Católicos Isabella en Ferdinand. Dit vorstenpaar is verantwoordelijk voor het verdrijven van de laatste moren uit Spanje. Ook de kathedral van Granada is een bezoekje waard en is opnieuw een voorbeeld van een omgebouwde moskee. Het uithangbord van Granada, en tevens ook toeristische trekpleister van de regio, is zonder enige twijfel het Alhambra. Op de heuvel van de stad en met de Sierra Nevada als achtergrond staat dit pareltje van islamitische kunst. Het paleizencomplex is zo groot dat je er makkelijk een halve dag kan ronddwalen. Het Alhambra bestaat uit 3 grote delen: de Generalife of zomerpaleis van de sultans met prachtige tuinencomplex, het Alcazaba of het oorspronkelijke fort, en tenslotte ook nog het Palacio Nazaríes, dat dienst deed als juridisch en administarief hoofdkwartier. Dit laatste deel is zeker en vast het mooiste van het hele Alhambra. Dit paleis met zijn schat aan patio's, islamtisch handwerk en de tot in de puntjes afgewerkte zalen is een waar genot voor het oog. De laatste dag in Granada werd afgesloten met een bezoek aan een authentiek flamenco-optreden.

Dag 8: Inpakken en afscheid nemen van wellicht de mooiste regio van Europa. Eindelijk had ik kennis gemaakt met Andalucía en deze prachtige omgeving heeft me geen seconde verveeld. je begrijpt dat dit reisverlag beknopt moest blijven en dat de foto's de rest van het verhaal vervolledigen. Ik kon nog in details treden over de eetgewoonten, de verschillende soorten tapa's ik achter de kiezen heb gestoken en de hoeveelheid sherry mijn maag te verwerken had, maar ik wil jullie als lezers niet te hard vervelen of misschien wel niet te hard doen watertanden. Bij de teruggave van de huurwagen stond de teller op iets meer dan 1800 km. Deze week (19 tem 26 juli) was in jaren de warmste week in Spanje waarbij de temperaturen in centraal- en Zuid-Spanje amper onder de 40 graden wilden duiken. Voor de mensen, die zich nu afvragen of we nu alles bezocht hebben, wel het antwoord is neen. Dit traject zou men eigenlijk op meer dan 2 weken moeten afleggen. Een strict reisschema liet ons mogelijk om en deel van de schatten van Andaloesië te bezichtigen. En als u zich afvraagt of we iets van Málaga gezien hebben, wel ja de luchthaven. Toen de piloot meedeelde dat hij van Russische afkomst was, boezemde dit me wel wat angst in. Verder verliep als heel vlot, kan je Andaloesië het best verkennen met de wagen en helpt het zeker als je een mondje Spaans spreekt. Ik kan nog uren doorgaan, maar ik moet al lang niet meer vertellen dat dit Andaloesië een onvergetelijke indruk op mij heeft nagelaten.

Geen opmerkingen: